Bo bracht vandaag stenen mee. Deze hebben we eerst bekeken. We hebben ze ook gewogen. De twee grootste stenen hebben we eerst gewogen met onze handen. De hand waar de zwaarste steen lag, deden we omlaag. De andere hand omhoog. Als we dachten dat ze even zwaar waren, hielden we ze op gelijke hoogte. Nadat iedereen dat had gedaan, hebben we onze voorspelling gecontroleerd door de stenen op de weegschaal te leggen.
Veel kinderen hadden het goed voorspeld. Vervolgens deden we nog een nieuwe voorspelling met twee nieuwe stenen. Eentje was een stukje groter en dikker, de ander wat kleiner en platter. Veerle legde uit dat de steen die groter is, natuurlijk ook zwaarder was (dat was ook zo). Daarna zei ze: “Als iets groter en dikker is, is het ook altijd zwaarder.” Met deze uitspraak was Jonas het niet eens. Hij zei dat dit niet altijd zo was. Maaike besloot een wc-rol te pakken om te kijken of de uitspraak wel of niet klopte. Sommige kinderen dachten dat Veerle inderdaad gelijk had en dat de wc-rol zwaarder zou zijn, omdat deze groter en ‘dikker’ is. Andere kinderen dachten dat de steen zwaarder was.
Op de weegschaal zagen we dat de steen zwaarder was dan de wc-rol. Dus de uitspraak klopte toch niet. Linde legde uit dat dit kwam doordat de wc-rol van karton was en Jonas vulde aan dat het karton heel dun was. We bekeken de rol nog eens goed en zagen ook dat de binnenkant eigenlijk helemaal van lucht is, en dat is helemaal niet zwaar. De steen had geen lucht aan de binnenkant, dus die was zwaarder.
De uitspraak van Veerle klopte wel een beetje, want als je twee stenen met elkaar vergelijkt, is de grootste wel de zwaarste.
groep 1 / 2